Eikenprocessierups bestrijden! Snel en effectief af van een nest

De gevreesde jeukrups staat in de startblokken om uit het ei te kruipen. Denk je een nest van de eikenprocessierups gespot te hebben? Dan is het belangrijk om de rupsen zo vroeg mogelijk in het seizoen te bestrijden. Benieuwd wat je moet doen? We helpen je graag een handje op weg.

Eikenprocessierups herkennen

Grote kans dat je de afgelopen jaren het woord eikenprocessierups wel hebt horen vallen. Het is een zeer gevreesde rups die ieder jaar overlast veroorzaakt. Dat komt door de oog- en huidirritaties die de brandharen van de rupsen veroorzaken. Niet alleen mensen, maar óók dieren hebben hier last van.

Dit gevreesde insect is de rups van de eikenboomvlinder. Vrij vanzelfsprekend nestelt de rups zich in en nabij eikenbomen, en dan vooral aan de zonnige kant. Kan ‘ie een beetje bijkleuren. De rupsen gaan ‘s nachts groepsgewijs in processie. Dit houdt in dat ze op zoek gaan naar voedsel: de eikenbladeren. Zó, weet je meteen waar de naam vandaan komt.

Zodra de rupsen uit het ei komen, hebben ze nog geen brandharen. Meestal ontwikkelen de rupsen rond mei of juni de gevreesde brandharen. Schrik niet: één eikenprocessierups krijgt wel 700.000 van deze haren. De haartjes kun je niet met het blote oog zien, zó klein zijn ze. Door de wind waaien de haartjes weg. Zo komen ze gemakkelijk in je huid, ogen en zelfs in je longen. Zó kom je dus aan die jeuk!

Klachten eikenprocessierups

De brandharen zijn dus de grote boosdoeners. Ze veroorzaken vaak al binnen een paar uur vervelende klachten zoals:

jeuk
een rode huid met bultjes of blaasjes
rode en soms ontstoken ogen
benauwdheid

Het weer heeft veel invloed op het moment wanneer de eikenprocessierups opduikt. Hoe dat zit? Dat lees je hieronder.

Wanneer eikenprocessierups nest?

Het moment dat de eikenprocessierups uit het ei kruipt, is volledig afhankelijk van het weer. Wanneer het in februari en maart minder koud is en er weinig vorst is, komen de rupsen zo rond april tevoorschijn. Is de winter wat strenger? Dan komen ze meestal pas rond mei tevoorschijn.

De eikenprocessierups brengt op dit moment nog geen overlast, want die vervelende kleine haartjes moeten dan nog groeien. Meestal krijgen ze die rond half mei of juni. Heb je een nest gespot? Dan is het belangrijk deze vroeg in het seizoen te bestrijden.

De overlast wordt gelukkig elk jaar minder doordat er afgelopen jaar minder nesten zijn gespot. Er zijn veel nesten bestreden in de afgelopen jaren. Maar ook komt dit doordat de rupsen een aantal natuurlijke vijanden heeft gekregen. Vroeg of laat lost de natuur de meeste plagen gewoon lekker zelf op.

Eikenprocessierups bestrijden

Heb je nou een nest van de eikenprocessierups ontdekt? Vroeg in het seizoen, zo rond april, bestrijd je ze het effectiefst. Zo bestrijdt je het nest van de eikenprocessierups:

Aaltjes zijn jouw redders in nood! Dit microscopisch kleine beestje leeft van nature in de grond. Maar ze zijn ook super effectief als natuurlijke bestrijder. Ze dringen hun prooi namelijk binnen en laten hier een bacterie los. Hierdoor sterft de prooi binnen twee tot drie dagen. Je past aaltjes het best zo vroeg mogelijk in het seizoen toe, zo rond april. De rupsen zijn dan effectief te bestrijden omdat ze nog geen brandharen hebben. De aaltjes hoeven dan niet door een barrière heen die de brandharen vormen. Sproei de aaltjes het liefst ’s avonds. Dan drogen de aaltjes minder snel uit. Voor het beste resultaat spuit je de rupsen tot druipens toe nat.
De eikenprocessierups heeft gelukkig ook meerdere natuurlijke vijanden, waaronder kevers, pimpel- en koolmeesjes, de boomklever, koekoek, vleermuizen en sluipwespen. Lok deze dus vooral naar jouw tuin.
Signaleer je een nest van de eikenprocessierups mét brandharen? Of spot je een nest op gemeentegrond? Neem dan contact op met de gemeente of professionele bedrijven. Het is dan niet aan te raden om de rupsen zelf te bestrijden.

Geschreven door Isabelle

Groene vingers? Ik weet raad met bijna alles dat groeit en bloeit. Niet voor niets word ik vaak een 'plantenfluisteraar' genoemd. Het liefst ben ik buiten in de natuur te vinden of thuis tussen mijn kamerplanten. Mijn groene advies deel ik maar al te graag met anderen.