Planten stekken?

Zo ga je aan de slag

Het is de hoogste tijd! Vanaf het voorjaar is het stekseizoen weer officieel geopend. Het is een stukkie warmer, de zon krijgt meer kracht en daarom is het dus dé ideale periode om aan de slag te gaan met planten stekken. Stekken? Ja, dat kun jij straks als de beste! Moeilijk is het niet. Maar weet je niet zo goed hoe je moet beginnen en krijg je het daardoor al Spaans benauwd? No stress! Je leest hier hoe je een échte pro op het gebied van stekken wordt.

Wat is stekken?

Stekken betekent dat je van één plant meerdere planten maakt. Je haalt blaadjes van je plant of deelt je plant in meerdere stukken en zorgt dat daar weer een nieuwe plant uit groeit.

Magisch toch hoe dat kan, eigenlijk zijn planten gewoon kleine tovenaars, vind je niet? Dit vermeerderen van je planten kan op héél véél verschillende manieren en elke plant heeft zo weer z’n eigen voorkeur. Maar daar vertellen we je straks meer over.

Welke planten kun je allemaal stekken?

Ga je beginnen met stekken? Dan gaat er een wereld aan nieuwe woorden voor je open. Ooit wel eens gehoord van luchtwortels, kopstek en moederplant…? Raak je al ontmoedigd? Misschien denk je: ‘Is dat stekken wel iets voor mij? Kan ik dat wel?’ Je hoeft niet de balen als een stekker. Want stekken is juist super simpel!

Eigenlijk kun je elke plant stekken. Bekijk het zo: hoe zou een plant zich anders in de natuur voortplanten als hij geen bloemen heeft? Juist, door zichzelf te stekken! Planten hebben een immens grote overlevingsdrang en kunnen vaak veel meer dan wij denken. Geef ‘m een beetje water, mos of hout. Geen enkel probleem, daar kan de plant wel wat mee. Knappe knapen zijn het toch, die planten.

Er zijn veel verschillende manieren om kamerplanten te stekken, maar niet élke plant kun je op élke manier stekken. Volg je het nog? Daarom vertellen we je hieronder meer over de basiselementen van stekken, hoe je herkent op welke manier je een plant stekt en hoe je vervolgens aan de slag gaat. Goed nieuws, want straks ben jij een échte stekspert.

Maar eerst: de basiselementen

We duiken eerst even de schoolbanken in, want het is tijd voor een korte spoedcursus stekken. We leren je de basiselementen van succesvol planten stekken. Komt ‘ie:

Een plant stek je het best in het voorjaar. Dan is er voldoende licht en warme waardoor een stekje snel wortels maakt. Stekken in andere seizoenen kan ook, maar je zult zien dat het véél langer duurt voordat jouw stekje wortels heeft.
Gebruik altijd, maar dan ook áltijd, schoon materiaal als je jouw planten stekt. Dus: maak je mes of schaar schoon. Gebruik hiervoor een beetje pure alcohol of een ander ontsmettingsmiddel. Scheelt een hoop drama. Je voorkomt zo dat er per ongeluk bacteriën van de ene plant naar de andere plant huppen.
Stek het liefst voor planten die gezond en sterk zijn. Dan is je succesratio het hoogst. Je zult zien dat je stekjes een stuk makkelijker groeit en dat je plant sneller herstelt.
Loop niet te hard van stapel en maak je stek daarom niet te groot. Je stekje heeft vaak nog geen wortels. Maak jij een té grote stek? Dan is het onmogelijk om álle bladeren van vocht te voorzien. De kans is dan dus groter dat je stek het niet redt. De meest ideale lengte is een stekje van tien tot vijftien centimeter lang. Haal een aantal bladeren aan de onderkant van je stek af, dan heb je een stammetje die je gemakkelijk in het water of de grond steekt.

Manieren om te stekken:

Tijd voor het échte werk. We gaan aan de slag met planten stekken! Plantje in de aanslag, mesje bij de hand? Dan ben jij er hélemaal klaar voor. Er zijn heel wat manieren om jouw plant te stekken. Om het overzichtelijk te houden lichten we de meest voor de hand liggende manieren voor je uit. Maar eigenlijk kun je daar bij élke plant wel mee uit de voeten.

Zo ga je te werk met planten stekken:

Scheuren: Bij deze manier van stekken scheur je als het ware de wortelkluit van de plant in meerdere delen. Op deze manier krijg je meerdere verschillende planten die vanuit daar weer groter groeien. Elke plant kun je wortelstekken, maar bij calathea’s is dit bijvoorbeeld de enige manier om deze plant te stekken. Pas wel goed op, want dit is een erg secuur werkje, je wilt de wortels namelijk niet te veel beschadigen. Neem dus vooral lekker de tijd om je plant op te delen.
Knippen: Kopstek, tussenstek, stengelstek. Deze manier van stekken doe je allemaal door hem in delen op te knippen. Zo ga je te werk: pak een gedesinfecteerd mesje of schaar. Knip vervolgens een stuk van de stengel af en zet deze hupsakee in een glaasje water of potje aarde. Let erop dat je de luchtwortel er wel aan laat zitten, als de plant die heeft. Daar groeit namelijk de wortel uit.
Bladstekken: Bij sommige kamerplanten kun je zelfs stekjes maken van een enkel blad. Snijd met een scherp én gedesinfecteerd mesje een stuk blad in delen van ongeveer drie tot vijf centimeter. Laat de wond daarna een aantal uur uitdrogen, steek ‘m vervolgens in wat potgrond.
Babyplantjes: Soms, heel soms, wordt het je wel héél makkelijk gemaakt. Dat is bij deze manier van stekken het geval. Want bij deze manier van stekken groeit de moederplant gewoon zélf stekjes voor jou. Het enige wat jij nu hoeft te doen, is het lossnijden van het stekje met een schoon mesje. En hupsakee, het stekje is klaar om in een eigen potje te worden gezet. Of zet het babyplantje eerst nog in water zodat je de wortels ziet groeien.

Tip: Wil je jouw stekjes nóg sneller laten bewortelen? Gebruik dan stekpoeder. Deze speciale poeder stimuleert snelle beworteling.

Rara, welk stekkie ben ik?

Planten hebben een eigen willetje en stek je daardoor ook op verschillende manieren. Bij de één is een enkel blaadje al genoeg, terwijl je bij de ander een flink stuk van de stengel nodig hebt.

Zo herken je welk stekje je op welke manier stekt:

Aan sommige planten herken je al snel hoe je ze kunt stekken. Heeft je plant aan de stam een bruine uitloper zitten? Bingo! Jouw plant heeft luchtwortels en daar neem je heel makkelijk een stengelstek van. Dit doe je bijvoorbeeld bij de monstera, epipremnum, philodendron, syngonium en scindapsus.
Groeit je plant op een stevige stam zonder vertakkingen? Dan kun je daar hartstikke makkelijk een kopstek van maken. Dat is het bovenste stuk van de plant, de kop als het ware. De stam kun je vervolgens ook in meerdere stukken opdelen en dit als een tussenstuk laten wortelen. De ficus, yucca of dracaena lenen zich hier perfect voor.
Soms kun je een plantje stekken door middel van een enkel blaadje. Bladstekken heet dit. De blaadjes haal je gemakkelijk van de stam af of vallen er soms al van nature af. Uit een blaadje groeit vervolgens weer een nieuw plantje. Dit kan bij verschillende vetplantjes, peperomia’s en begonia’s.
Een plant kun je daarnaast ook heel gemakkelijk stekken door ‘m in tweeën op te delen. Zo maak je van één grote plant twee kleinere plantjes die vervolgens weer groter groeien. Dit doe je perfect bij calathea’s of palmen, maar eigenlijk kan het wel bij iedere plant.
Hoe makkelijk wil je het hebben? Sommige planten groeien soms zélf hun stekjes. Deze snijd je gemakkelijk weg bij de moederplant. Een fluitje van een cent! De pannenkoekplant en alocasia zijn de ideale kandidaat voor deze manier van stekken.

Welke planten kun je makkelijk stekken?

We snappen dat je graag een plantje kiest die je makkelijk kunt stekken. Daarom hebben we een top vijf voor je gemaakt met planten die gemakkelijk te stekken zijn. Deze planten stek je makkelijk op water. Want het is wel héél leuk om zelf de worteltjes van jouw stekje te zien groeien:

De pannenkoekplant
De monstera
De epipremnum
De lepelplant
De graslelie

Heeft je stek genoeg wortels gekregen? Dan kun je hem van water naar aarde verpotten. Geef ‘m aan het begin iets meer water zodat het stekje aan zijn nieuwe omgeving kan wennen. Hoe groter je plantje wordt, hoe minder aandacht ‘ie nodig heeft. Dan staat hij voor een groot deel op zijn eigen pootjes.

Hiephoi, we bekronen je nu tot stekspert. Dus tijd om aan de slag te gaan. Gebruik bij het stekken StekPoeder om voor een snelle beworteling te zorgen. Dan kun je éxtra snel van jouw groeiende plantenfamilie genieten.

Geschreven door Isabelle

Groene vingers? Ik weet raad met bijna alles dat groeit en bloeit. Niet voor niets word ik vaak een 'plantenfluisteraar' genoemd. Het liefst ben ik buiten in de natuur te vinden of thuis tussen mijn kamerplanten. Mijn groene advies deel ik maar al te graag met anderen.