Een gezonde bodem is de basis van een gezonde tuin en sterke planten. Daarbij zijn de structuur van de grond, organische stof, zuurgraad en bodemleven superbelangrijk. Als één van deze vier niet klopt dan zul je dat merken aan je planten. En indirect aan het plezier dat je aan jouw tuin beleeft. Je kunt jouw tuingrond heel goed helpen gezond te maken en te houden. Hieronder vind je een aantal tips:
1 - Spit je tuingrond niet
In de bodem leven ontelbare beestjes en organismen, zichtbaar en onzichtbaar. Wist je dat een theelepel grond meer leven bevat dan dat er mensen leven op aarde? Al dat leven heeft een eigen plek en functie in de bodem. In de bovenste laag leven andere beestjes dan op bijvoorbeeld 15 centimeter diepte. Schimmels, bacteriën en protozoa kunnen zich moeilijk verplaatsen, als je gaat spitten raken de bodemlagen door de war. Deze verstoring heeft gevolgen voor de bodemgezondheid, maar ook voor de groei en gezondheid van je planten.
Ga dus bij voorkeur niet spitten maar woel, als het nodig is, alleen het bovenste laagje rul en open met een cultivator of schoffel. Ook dan geldt: doe het voorzichtig en niet te diep. Een rulle structuur is goed voor de beluchting van de grond en de waterhuishouding. Maar ook kunnen (jonge) planten hun wortels makkelijker hun weg laten vinden.
2 - Houd de bodem bedekt
Een niet bedekte grond verschraalt door weersinvloeden. Daarbij verdampt het vocht sneller en wordt de grond bij warmte heet, de grond droogt uit. Organisch materiaal op de grond is voeding voor het bodemleven en indirect voor de planten. Het materiaal wordt in kleine stukjes ‘geknipt’ door beestjes in de bovenlaag, waarna het verder de grond in gewerkt wordt en door steeds andere organismen verfijnd wordt tot een heerlijk rulle en vruchtbare tuingrond.
Heb je niet overal beplanting? Bedek de grond dan met organisch materiaal zoals afgevallen blad, grasmaaisel, houtsnippers, stro of kokosgrond. Zo wordt de grond beschermd en wordt vocht beter vastgehouden. Daar hebben zowel de bodem, bodemleven als planten voordeel van.
Tip: in de moestuin kun je na de oogst kiezen voor een groenbemester zoals bijv. mosterdzaad, dit verbetert de structuur en houdt de bodem bedekt.
Meer lezen over groenbemesters
3 - Plantvariatie: goed voor bodem en plant
Waar veel planten van eenzelfde soort bij elkaar staan is meer gevoeligheid voor ziekten en plagen. Immers, als een plaagbeestje of schimmel één van de planten vindt waar hij dol op is, is een plaag snel geboren. Ook worden er meer van dezelfde voedingsstoffen uit de bodem gehaald. Door te variëren met je planten is er meer weerbaarheid tegen ziekten en plagen én blijft de bodem actief en gezond. Win-win dus.
Dat geldt zeker ook voor de moestuin. Door meer van hetzelfde naast elkaar te zetten is er meer gevoeligheid voor ziekten en plagen. Door bepaalde groenten te combineren en de verschillende gewassen jaarlijks in een ander deel van je tuin te zetten blijven bodem(leven) én planten optimaal gezond. Dit fenomeen heet ook wel wisselteelt.
4 - Verbeter je tuingrond
Heb je te maken met een zand- of kleigrond in je tuin? Of misschien een mengsel daarvan of een veenachtige grond? Je merkt het al gauw. Zandgrond bestaat uit losse, kleine korreltjes, waar water en voedingsstoffen snel en gemakkelijk doorheen zakken. Kleigrond is juist heel vast en plakt gemakkelijk aan elkaar. Als het regent verdwijnt het water bij een zandgrond supersnel de bodem in, bij klei blijven de plassen vaak lang staan. Beide grondsoorten zijn niet ideaal voor je tuin, het mooiste is een mengsel van beide.
Als je een zand- of kleigrond hebt wil je deze graag verbeteren en aanpassen, zodat je planten goed groeien en het bodemleven divers en gezond is. Organische stof (bijv. blad, compost, houtsnippers, kokosgrond, groenbemester) toevoegen is voor beide grondsoorten belangrijk. Daarbij kun je zandgrond verbeteren met Zandgrondverbeteraar (bentoniet) en kleigrond met Kleigrondverbeteraar (basaltmeel). Zandgrondverbeteraar verbindt de losse zandkorreltjes tot een vastere structuur. Bij Kleigrondverbeteraar gebeurt het tegenovergestelde, dit zorgt ervoor dat de vaste kleistructuur juist losser wordt. De planten zullen je dankbaar zijn, maar ook jezelf doe je een plezier. Want het is veel fijner en succesvoller tuinieren als de structuur van de bodem goed is.
5 - Hoe staat het met de zuurgraad in je tuin?
Grond heeft een bepaalde zuurgraad (pH). De meeste planten groeien goed bij een zuurgraad tussen 5 en 7. Hoe het er voorstaat in jouw tuin test je snel en gemakkelijk met de pH-Bodemtest. In een paar minuten weet je meer. In een (te)zure grond groeien de meeste planten moeizaam, omdat ze dan niet goed voedingsstoffen kunnen opnemen. Je kunt ze wel bemesten, maar er gebeurt weinig mee. Is je grond te zuur? Dat kun je dat eenvoudig herstellen met AZ-Kalk. Strooi de hoeveelheid kalk die de ph-Bodemtest aangeeft en herstel zo de zuurgraad van je bodem. Geef geen kalk aan de planten die van een zure grond houden, zoals heide, azalea en rododendron. Kijk dus even goed hoe het zit in jouw tuin.
Met een gezonde bodem als basis zul je volop genieten van het stukje natuur zo dicht bij huis, veel plezier gewenst!
Tuin onderhouden met ECOstyle
Toe aan nog meer groene content?
-
5x ideeën voor zelf vogelvoer maken
-
Camelia snoeien: zo houd je deze bloeiende struik in topvorm
-
Kerstboom recyclen: duurzaam genieten van de feestdagen