De oudere larven van de coloradokever vind je in de bodem rondom je gewassen, de jongere larven vind je op het blad. Aaltjes kun je zowel voor bodem- als bladtoepassing gebruiken.

Bodemtoepassing

1. Meng het hele bakje aaltjes met 1 liter water, ongeacht hoeveel aaltjes je hebt.
2. Roer de aaltjes goed door het water heen. Dit is je concentraat.
3. Afhankelijk van de verpakkingsgrootte, verdun je het concentraat weer in een gieter met water.
4. Giet het mengsel gelijkmatig over de bodem van je gewassen.

Bladtoepassing

1. Meng de verpakking met 1 liter water en giet de oplossing in een plantenspuit of drukspuit.
2. Zorg ervoor dat de te behandelen planten al goed nat zijn.
3. Verspreid met behulp van de plantenspuit of drukspuit en richt goed op het insect. Het is een contactmiddel bij blad- en planttoepassing, dus je moet goed de plaag raken.
4. Doseer hierbij 100 millimeter aangemaakte vloeistof per vierkante meter.
5. Overdosering is met de aaltjes niet mogelijk. Eén verpakking aaltjes is dus altijd te gebruiken voor een kleiner oppervlakte.

Zorg ervoor dat de grond na bestrijding licht vochtig blijft, zodat de aaltjes goed hun werk blijven doen.