Omschrijving

Dopluizen zitten meestal in de buurt van de nerven op bladeren, stelen of op de stam van een plant. Ze zijn ongeveer 4 millimeter groot en vaak bruin of grijsachtig. Jongere dopluizen hebben een lichtbruine tot groen/gele kleur. Dopluizen zijn te vinden op buitenplanten, maar ook kamerplanten kunnen aangetast worden. Voorbeelden zijn onder andere varens, orchideeën, anjers en palmsoorten.

Ze zuigen de plantensappen uit de plant en scheiden de overtollige suiker terug af in de vorm van een kleverige film (honingdauw). Op deze kleverige laag kan de roetdauwschimmel ontstaan en daardoor krijgt de plant het moeilijker om aan fotosynthese te doen. Deze laag trekt ook andere insecten aan die op hun beurt nog bijkomende schade aan de plant aanbrengen of virussen overbrengen. De plant verzwakt bijgevolg meer en meer en raakt in de normale groei afgeremd.

Wat is een Metaphycus flavus sluipwesp?

De Metaphycus flavus sluipwespen kunnen beschouwd worden als uiterst slimme bestrijders. Deze hele kleine diertjes leggen hun eitje in de dopluizen. Na een paar weken sterft de nietsvermoedende dopluis en kruipt er een pasgeboren nieuwe sluipwesp uit. Eenmaal geboren gaat deze natuurlijke bestrijder op zoek naar een volgende prooi. Dit gaat zo door tot er geen dopluizen meer over zijn. Eén enkele sluipwesp staat goed voor 70 dode dopluizen en 70 nieuwe nuttige insecten.